WODC: evaluatie Wet positie en toezicht advocatuur

Uit verschillende onderzoeken eind vorige en begin deze eeuw bleek dat het toezicht op de advocatuur onvoldoende was en modernisering en verbetering behoefde. Het nieuwe stelsel van toezicht diende onafhankelijk, transparant, uniform, proactief en effectief te zijn. Dat heeft geleid tot een wijziging van de Advocatenwet door de Wet positie en toezicht advocatuur, die op 1 januari 2015 in werking trad. De wet bevat een bepaling dat deze na vijf jaar geëvalueerd moet worden. Pro Facto gaat deze evaluatie uitvoeren in samenwerking met mr.dr. Rianne Herregodts. De evaluatie betreft de volgende onderdelen van de Advocatenwet:

  • nieuwe wijze van verwerking van de gegevens tableau;
  • kwaliteitstoetsen;
  • het College van toezicht van de Nederlandse orde van advocaten (NOvA);
  • de herziene wijze van toezicht en klachtafhandeling;
  • herzieningen in het tuchtrecht.

Een belangrijke vraag is of de wetswijziging heeft geleid tot een nieuw stelsel van toezicht dat onafhankelijk, transparant, uniform, proactief en effectief is, terwijl de vertrouwelijkheid van cliëntengegevens wordt gewaarborgd. Ook wordt in de evaluatie bezien hoe de andere wetswijzigingen, zoals die in het tuchtrecht, in de praktijk werken en of deze een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de advocatuur.

De vraag die in het evaluatieonderzoek centraal staat luidt als volgt: Functioneert het door de Wet positie en toezicht advocatuur geïntroduceerde stelsel van toezicht overeenkomstig zijn doelstellingen, hoe werken de overige wetswijzigingen, waaronder het tuchtrecht, en leveren die een bijdrage aan de kwaliteit van de advocatuur?

Zoeken