Provincie Zeeland: evaluatie subsidiebeleid

Op 1 januari 2013 is de Algemene subsidieverordening Zeeland 2013 (Asv 2013) in werking getreden. Het is een korte verordening met tien artikelen. Uitgangspunt is het Uniform Subsidiekader (USK) dat inmiddels door alle provincies wordt toegepast. Een van de onderdelen hiervan zijn standaard uitvoerings- en verantwoordingsarrangementen. Daarbij geldt dat de aan de subsidieontvanger te stellen verplichtingen en de mate van het afleggen van verantwoording worden bepaald door de hoogte van het subsidiebedrag. Kleine subsidieverstrekkingen – subsidiebedragen van in het geval van Zeeland minder dan € 10.000 – worden in beginsel direct vastgesteld, bij middelgrote subsidies (tussen € 10.000 en € 50.000) wordt ook een prestatieverantwoording verwacht en bij subsidies hoger dan € 50.000 dient daarnaast ook een verantwoording over de besteding van de subsidie worden afgelegd. In de subsidieverordening is ook bepaald dat geen subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die worden besteed aan de bezoldiging van (interim-)medewerkers die hoger zijn dan het door de Wet bezoldiging topfunctionarissen bepaalde maximum. De Asv 2013 is vastgesteld door Provinciale Staten.

Ter uitvoering van de Asv 2013 heeft het college van Gedeputeerde Staten op 1 januari 2013 een Algemeen subsidiebesluit 2013 (Asb 2013) vastgesteld. De Asv 2013 wordt hierin nader uitgewerkt en bevat specifieke subsidieregelingen.

De provincie Zeeland wil het subsidiebeleid (Asv 2013 en Asb 2013) evalueren. Doel is om te bezien of het subsidiebeleid nog voldoende aansluit bij de wensen en eisen van betrokkenen en of er verbeteringen mogelijk zijn. Pro Facto voert deze evaluatie uit.

Zoeken