Subsidie voor De Letselschade Raad goed besteed

In de periode 2007-2011 ontving De Letselschade Raad (hierna: DLR) jaarlijks een subsidiebedrag van € 400.000 van de minister van (Veiligheid en) Justitie. DLR is in 1998 ontstaan als reactie op maatschappelijke onrust en Kamervragen over de positie van slachtoffers van letselschade met als doel de kwaliteit en snelheid van de afhandeling van personenschades te verbeteren. De initiatiefnemers waren de ANWB, Slachtofferhulp Nederland, het Verbond van Verzekeraars, en de Vereniging van Letselschade Advocaten (LSA). Later zijn ook andere organisaties toegetreden, zoals de expertisebranche en de Nederlandse Vereniging van Geneeskundige Adviseurs bij Verzekeringsmaatschappijen.

In opdracht van het WODC heeft Pro Facto samen met prof.dr. Ko de Ridder (vakgroep Bestuursrecht en Bestuurskunde van de Rijksuniversiteit Groningen) onderzoek verricht naar de effectiviteit van de subsidie. Hieruit blijkt dat de houding van de verschillende partijen, die vaak tegengestelde belangen hebben, sterk is verbeterd vergeleken met vijf tot vijftien jaar terug. Waar destijds de schadeafhandeling vooral gericht leek op het minimaliseren van de te vergoeden bedragen, is nu de houding veel meer gericht op een zo zorgvuldig mogelijke behandeling van het slachtoffer. Uit het onderzoek blijkt dat er een verband is tussen de daling van de gemiddelde doorlooptijden en de oprichting van de Raad. Ook in algemene zin heeft De Letschade Raad geleid tot een verbetering van de afhandeling van letselschadezaken.

Uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer is gebleken dat rijkssubsidies niet of niet adequaat op hun effectiviteit worden beoordeeld. Door onder meer een sterke kwantitatieve invalshoek is dit onderzoek te beschouwen als een voorbeeld hoe een dergelijke effectmeting verricht kan worden. De conclusie luidt dat er in dit geval sprake is van een effectieve subsidie.

Klik hier om het rapport De Letselschade Raad, een studie over subsidiëring en zelfregulering te downloaden.

Zoeken