Gemeente Enschede: moeilijk garen mee te spinnen?

Pro Facto heeft in opdracht van de gemeenteraad van Enschede onderzoek gedaan naar een casus die de gemoederen in Enschede al jaren bezighoudt.

‘De casus’

In 2015 besluit de raad dat bedrijfsverzamelgebouwen, waaronder de Spinnerij, door de gemeente moeten worden afgestoten. De heer Ardesch was met zijn bedrijven Wellinga B.V. en SteQ B.V. als huurder en beheerder betrokken bij de Spinnerij. Op het moment dat de gemeente Enschede voornemens is om de Spinnerij aan vastgoedontwikkelaar Walas te verkopen, waarschuwt de heer Ardesch de gemeente begin 2016 voor deze potentieel niet integere koper. Tegelijkertijd ontstaat in 2016 een geschil tussen de gemeente en de heer Ardesch over een betalingsregeling en andere vorderingen met betrekking tot de Spinnerij. Wat volgt is een langjarig (juridisch) conflict tussen de gemeente Enschede en de heer Ardesch. Daarnaast dient de heer Ardesch klachten in bij de gemeente en de Nationale ombudsman over hoe hij behandeld is door de gemeente. Ook worden er Wob-verzoeken ingediend door verschillende verzoekers om informatie over de casus boven tafel te krijgen. In 2019 worden er – nadat de heer Ardesch bij de gemeenteraad aan de bel trekt – voor het eerst raadsvragen gesteld over ‘de casus’. Vanaf dat moment wordt er meermaals over de casus van de heer Ardesch in de raad gesproken.

Het onderzoek

We hebben een feitenreconstructie gemaakt wat er in de afgelopen tien jaar allemaal is voorgevallen in de dossiers die te maken hebben met het traject tussen de gemeente en de ondernemer. We hebben het handelen van de raad, het college en de ambtelijke organisatie getoetst aan normen die volgen uit wet- en regelgeving. Doel van het onderzoek was lessen trekken uit de gebeurtenissen.

Bevindingen

We constateren in het onderzoek dat er niet één oorzaak is waarom de ‘casus Ardesch’ zo uit de hand kon lopen. Volgens ons zijn er meerdere oorzaken die ertoe hebben geleid dat ‘de casus’ zoveel jaren heeft kunnen spelen en niet werd opgelost. We constateren dat het college en de ambtelijke organisatie steken hebben laten vallen als het gaat om het ontstaan, maar ook het oplossen van het geschil tussen de gemeente en de bedrijven van de heer Ardesch. De juridische kwaliteit van de besluitvorming ten aanzien van de klachten van de heer Ardesch en het afhandelen van de verschillende Wob- en Woo verzoeken liet daarnaast ook te wensen over. Ook de samenwerking tussen de raad en het college (en de ambtelijke organisatie) heeft niet bijgedragen aan het voor betrokkenen helder krijgen van de feiten die zich hebben voorgedaan. Het feit dat de informatiehuishouding van de gemeente niet op orde was, heeft het verschaffen van de benodigde duidelijkheden bemoeilijkt. Dit gold voor zowel (de) raad(sleden), de verschillende bestuurders als de verschillende afdelingen en medewerkers van de gemeente. De verschillende dossiers – en hun samenhang – zijn mede daardoor te lang niet met elkaar verbonden.

Wilt u weten welke lessen we denken dat de gemeente kan leren? Lees het rapport hier.

Het rapport is besproken in de stedelijke commissie (bestuur en middelen) op 24 november jl. In de raadsvergadering van 15 december 2025 zijn de door Pro Facto geformuleerde lessen vastgesteld.

1Twente heeft de afgelopen jaren veel aandacht gehad voor de situatie rondom de heer Ardesch. Deze artikelen kunt u hier lezen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Chantal Ridderbos-Hovingh (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.).

Zoeken