Juridische kwaliteitszorg - Een organisatiekundige handleiding
dr. H.B. Winter, drs. S.C. Peij, mr. B.G. Westerink
Kluwer, Deventer 2003
isbn 90 268 4000 4
dr. H.B. Winter, drs. S.C. Peij, mr. B.G. Westerink
Kluwer, Deventer 2003
isbn 90 268 4000 4
dr. H.B. Winter
We hebben ruime ervaring met het uitvoeren van allerlei vormen van onderzoek. Hierbij maken we onderscheid tussen bestuurskundig onderzoek, bestuursjuridisch onderzoek en rekenkameronderzoek.
Bij bestuurskundige onderzoeken worden sociaal-wetenschappelijke onderzoeksmethoden (interviews, dossierstudie, kwantitatief onderzoek) toegepast op onderwerpen waar overheden (rijk, provincie, gemeenten, waterschappen) mee te maken hebben. Daarbij kan gedacht worden aan beleidsonderzoek, organisatiedoorlichtingen, klanttevredenheidsonderzoek, etc.
Bestuursjuridisch onderzoek betreft voornamelijk evaluaties van wetgeving en het toepassen van sociaal-wetenschappelijke onderzoeksmethoden in een sterk juridische context. Rekenkameronderzoek ten slotte kan zowel bestuurskundig als bestuursjuridisch van aard zijn. Vanwege de specifieke context benoemen we het apart.
Voor meer informatie over deze producten kunt u op de onderstaande rode links klikken.
Bestuurskundig onderzoek
Bestuursjuridisch onderzoek
Rekenkameronderzoek
Onderzoek over het sociale domein
Bestuurskunde is de wetenschap die de inrichting, werking en het functioneren van het openbaar bestuur onderzoekt. In bestuurskundig onderzoek is aandacht voor de praktische kant van praktijkproblemen. Met de inzet van zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethoden wordt organisaties inzicht gegeven over de (neven)effecten van hun beleid. Uitkomst van ons onderzoek is naast het geven van inzicht ook het adviseren over mogelijkheden om dit beleid bij te sturen en gerichte keuzes te maken voor de toekomst.
Een specifieke vorm van bestuurskundig onderzoek is de evaluatie van wet- en regelgeving. Voor de minister en het parlement is een evaluatie een belangrijk instrument om het gevoerde beleid te toetsen. Soms leidt een beleidsmatige keuze tot andere effecten dan vooraf beoogd. De uitkomsten van de evaluatie kunnen dan aanleiding zijn om de wetgeving aan te passen. Vaak worden bij wetsevaluaties ook aanbevelingen aan andere partijen gedaan, zoals toezichthouders, betrokken uitvoerders en belangenorganisaties. Doordat partijen geïnformeerd worden over de (neven)effecten, kunnen zij hun werkwijzen daarop aanpassen, waardoor de evaluatie van wet- en regelgeving kan bijdragen aan meer kwaliteit.
Pro Facto voert voor verschillende ministeries bestuurskundig onderzoek en wetsevaluaties uit, zoals voor het ministerie van Justitie en Veiligheid (vaak via het WODC), het ministerie van VWS (vaak via ZonMw) en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Naast bestuurskundig onderzoek en evaluatie van wetgeving zijn we ook gespecialiseerd in het evalueren van organisaties, bijvoorbeeld zelfstandig bestuursorganen. We evalueerden bijvoorbeeld het College voor de Rechten van de Mens en de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek.
In ons onderzoek maken we gebruik van een combinatie van onderzoeksmethoden. We starten met een oriëntatie op het onderwerp en de vraagstelling van de opdrachtgever door middel van literatuurstudie, documentstudie en oriënterende gesprekken. Om de veronderstellingen van het beleid in kaart te brengen, voeren we daarnaast vaak een beleidsreconstructie uit. Daarnaast voeren we vrijwel altijd interviews met betrokken partijen en kunnen we casestudies uitvoeren en enquêtes uitzetten. Bij voorkeur zetten we meerdere onderzoeksmethoden in, zodat we tot betrouwbare uitkomsten van het onderzoek komen. Dat draagt ook bij aan het vervolgens geven van concrete adviezen.
Pro Facto is een bureau dat beschikt over zowel bestuurskundige onderzoekers (met veelal een bestuurskundig-juridische achtergrond) als (bestuurs)juridische adviseurs. Deze unieke combinatie van deskundigheden en competenties komt bij uitstek tot zijn recht bij zgn. bestuursjuridische onderzoeken. Het gaat daarbij om de toepassing van sociaal-wetenschappelijke onderzoeksvaardigheden in een juridische context. Pro Facto heeft bestuursjuridische onderzoeken uitgevoerd in soorten en maten, vaak als wetsevaluatie. Hieronder treft u een - niet volledig - overzicht aan van dergelijke opdrachten.
Voor meer informatie over hetgeen Pro Facto voor u kan betekenen als het gaat om bestuursjuridisch onderzoek, kunt u contact opnemen met mr. Niko Struiksma (
{module BJO rapporten}
In 2000 is de Vereniging Juridische Kwaliteitszorg Lokaal Bestuur, VJK, opgericht. Doel van deze vereniging is een bijdrage te leveren aan de verhoging van de juridische kwaliteit van het lokale openbaar bestuur, waarbij in elk geval ook aandacht wordt geschonken aan het terugdringen van juridisering van het openbaar bestuur. De VJK tracht dit doel te bereiken door het organiseren van periodieke bijeenkomsten, het onderling uitwisselen van ervaringen, het stimuleren van onderzoek, het publiceren over juridische kwaliteitszorg en gerichte communicatie met de leden. De overgrote meerderheid van de leden van de VJK is afkomstig uit gemeentelijke kring.
Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de vereniging heeft de VJK door Pro Facto een onderzoek laten uitvoeren naar de stand van zaken op het terrein van juridische kwaliteitszorg bij gemeenten en naar de vraag of de inspanningen van de VJK daarop een positief effect hebben gehad. Ook te verwachten toekomstige ontwikkelingen op het terrein van juridische kwaliteitszorg en de mogelijke rol en positie van de VJK daarbij maken deel uit van het onderzoek.
De ambitie meer te weten van de effectiviteit van toezicht en de maatschappelijke effecten daarvan is in 2008 door de Inspectieraad vertaald in een meerjarenprogramma 'Evaluatie effecten van toezicht'. Doel van dat programma is de toezichtspraktijk te verbeteren door gebruik te maken van de resultaten van onderzoek naar de effectiviteit van toezicht.
Het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie heeft in dat kader een onderzoek uitbesteed dat als doel heeft het uitvoeren van een literatuurstudie waarin de beschikbare (wetenschappelijke) kennis in kaart wordt gebracht over de relatie tussen handhaving en toezicht, gedrag en de effecten. De literatuurstudie beoogt designs en best practices te verzamelen en te aggregeren.
In een samenwerkingsverband tussen de Vakgroep Bestuursrecht en Bestuurskunde van de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen en bestuurskundig en juridisch onderzoeks- en adviesbureau Pro Facto is deze literatuurstudie uitgevoerd. Klik hier om het volledige rapport te downloaden.
In 2004 en 2007 zijn de Brabantse handhavingsstrategieën het milieurecht (2004) en het omgevingsrecht vastgesteld. De Brabantse handhavingsstrategie uit 2007 wordt op grond van een aantal ontwikkelingen en omstandigheden niet meer optimaal geacht, op grond waarvan besloten is tot aanpassing van de strategie. De volgende redenen voor de noodzaak tot aanpassing van de handhavingsstrategie kunnen worden onderscheiden:
- De strategie is ontworpen voor het milieurecht en is minder gericht op andere onderdelen van het omgevingsrecht (zoals ruimtelijke ordening en bouw). De milieustrategie blijkt niet één op één toepasbaar op andere onderdelen van het omgevingsrecht.
- Er zijn nieuwe ontwikkelingen rond nieuwe sanctie-instrumenten voor het bestuur die de effectiviteit en efficiency van de handhaving kunnen verbeteren. Daarbij gaat het om de bestuurlijke boete en de bestuurlijke strafbeschikking.
- De samenwerking tussen bestuurlijke en strafrechtelijke handhavende instanties is de afgelopen jaren veranderd.
- Er is sprake van (toenemende) capaciteitstekorten. Toezichthouders en handhavers, zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk, moeten prioriteiten stellen waarbij afwijking van de huidige strategie onvermijdelijk kan zijn.
- Het denken over effectiviteit en efficiency van handhaving is geëvolueerd.
- In het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is een integratie gaande van de verschillende onderdelen van het omgevingsrecht. Daarnaast is het rapport De tijd is rijp van de commissie-Mans verschenen, dat de vorming van 25 regionale omgevingsdiensten voor toezicht en handhaving van het gehele omgevingsrecht voorstelde.
- In de in 2007 vastgestelde Bestuursovereenkomst 'Handhaving omgevingsrecht provincie Noord-Brabant 2007-2012' is bepaald dat de gemeenschappelijke handhavingsstrategie minimaal tweejaarlijks wordt geëvalueerd, teneinde ervoor te kunnen zorgen dat de gemaakte afspraken in overeenstemming blijven met de ontwikkelingen op dit terrein.
Bovenstaande factoren hebben er tezamen toe geleid dat het Bestuurlijk Provinciaal Handhavingsoverleg heeft besloten tot een actualisering van de handhavingsstrategie. Pro Facto is ingeschakeld deze te ontwikkelen.
In opdracht van de Nederlandse Orde van Advocaten heeft Pro Facto en de faculteit Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen onderzoek uitgevoerd naar belemmeringen die betalende particulieren en MKB-bedrijven ondervinden bij het inschakelen van een advocaat, en knelpunten die zij ervaren bij de dienstverlening zelf. Het onderzoek beoogde duidelijk te maken of betalende particulieren en MKB-bedrijven problemen hebben met toegang tot een advocaat en zo ja, welke belemmeringen dat zijn. De doelstelling van het onderzoek was dat de Nederlandse Orde van Advocaten op basis van de bevindingen kan bezien of beleid of maatregelen wenselijk zijn om de toegang tot de advocatuur te verbeteren.
Klik hier om het volledige rapport te downloaden.
Pro Facto heeft in opdracht van de rekenkamercommissie van de gemeente Olst-Wijhe onderzoek gedaan naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het proces rond de herinrichting van het centrum van Olst. Doel was om te leren van het verleden en om aanbevelingen te formuleren voor de toekomst.
Chantal is voor dit onderwerp onze contactpersoon.
Meer informatie over haar vindt u hier.
050 313 98 53